Teksten

2023

Sander Hendriks interview

Door zijn focus op betekenisvolle details ontstaan minimalistisch
aandoende sculpturen. Die eenvoud is maar schijn. Aan zijn werk liggen
complexe ideeën ten grondslag, gebaseerd op scherpe observaties.
Keramiek is slechts een van de materialen waarmee hij werkt. Vandaar
zijn aarzeling om zichzelf een keramist te noemen.

 


Robin Vemeersch (Kortrijk, 1977) stamt uit een
kunstenaarsfamilie. Zijn grootvader was beeldhouwer,
zijn vader kunstschilder. Zelf werkt hij in
beide media en is hij daarnaast altijd blijven
tekenen. Sinds een jaar of tien werkt hij ook met
keramiek.


Gewoon gebakken


‘Als beeldhouwer werk ik met allerlei materialen,
waaronder gips, polyester en was. Mijn eerste
keramische sculpturen zijn ontstaan doordat de
vormen die ik van klei maakte te complex werden
om er een siliconen- of gipsmal van te maken. Ik
besloot ze gewoon te bakken. Zo ontdekte ik dat
keramiek ook binnen mijn werk kon functioneren.’
 
Flexibel


Binnen het creatieve proces biedt klei unieke
mogelijkheden. ‘Je kunt snel en gemakkelijk
wat klei aan het groeiende object toevoegen
en er even makkelijk iets van weghalen. Zo
ben ik in staat de vorm van de sculptuur
voortdurend aan mijn veranderende ideeën
aan te passen.’


Ademende huid


Hoe hij glazuur zou toepassen was voor
Robin aanvankelijk een ingewikkelde
uitdaging. ‘Ik wil dat mijn werk ademt en
open blijft: ik heb het liefst dat de afdrukken
van mijn duim en bijvoorbeeld mijn
boetseerhoutjes in de huid zichtbaar blijven.
Toen ik met glazuur begon te werken, ontdekte
ik dat de glazuurlaag het werk afsloot: alle
subtiliteiten van de huid verdwenen onder een
dikke saus. Het resultaat was doods. Op zoek
naar andere manieren om de huid toch rijker te
maken, ben ik toen met engobes gaan werken,
net zoals mijn opa dat vroeger deed: opzetten,
wegnemen, opzetten, wegnemen. Glazuur bleek
toch ook bruikbaar: door het werk heel hoog te
stoken brandde ik het glazuur vrijwel geheel weg
en kwam de huid daaronder weer tevoorschijn.
Verder kan transparant glazuur dat hoog wordt
gestookt heel mooie dieptes creëren. Daar houd
ik ook van.’
 
Looplijnen


Robins werk balanceert op de grenslijn tussen
figuratie en abstractie. ‘Door vagelijk herkenbare
vormen probeer ik onder de aandacht te brengen
wat evident lijkt, maar dat eigenlijk niet direct is.
De relatie tussen het zichtbare en onzichtbare
bijvoorbeeld. Neem het voetbalspel. Elke
voetbaltrainer tekent op een bord welke speler
waar naartoe moet lopen. Dat zijn de looplijnen.
Weet je dat niet, dan zie je het niet; weet je het,
dan zie je dat het spel op het veld wordt bepaald
door onzichtbare punten die op allerlei manieren
met elkaar verbonden zijn. Zoiets boeit me en
daarover heb ik het werk 3-4-2-1 gemaakt.’


Hang in there


Ook onverwachte observaties kunnen Robin
inspireren. ‘Zo zag ik ergens eens heel gewoon
een eind touw over iets heen hangen. Daardoor
besefte ik me ineens dat sculpturen altijd staan
en ik vroeg me af waarom ik mijn sculpturen niet
eens zou ophangen. De haakjes van de krantenstokken
waarmee in café’s de kranten worden
opgehangen, brachten me op het idee daarvoor
haakjes te gebruiken. Zo ontstond Hang in there,
een reeks van circa zestig op zichzelf staande
sculpturen die ik met behulp van haakjes aan
elkaar kan bevestigen en, zoals bij de slager, als
een streng worstvormen in elke mogelijke
combinatie kan ophangen.’

 

Autun


Ook het concept ‘decor’ fascineert Robin. ‘Boven
het portaal van de kathedraal van Autun heb je
een halve cirkel met sculpturen. Door een dikke
laag pleister zijn lange tijd verborgen geweest.
Men vond het maar niets, die naïeve Romaanse
beeldhouwwerken. Nu zijn ze weer zichtbaar. Dat
boeit mij. Toen ik het portaal zag, overweldigde
het me. Ik wilde de sculpturale kwaliteit ervan in
kleine werken tot uitdrukking brengen. Een daarvan
is Autun, een sculptuur die aan de voorzijde
met glazuur is bespoten en waarvan de achterkant
de rauwe klei laat zien. Dit contrast herinnert
aan het decor op een filmset: de glansrijke voorkant
wekt de illusie dat het allemaal echt is, maar
zodra je de deur opendoet, zie je dat alles van
karton is. Dat idee zit daarin.
 
Titels


Deze ideeën zijn bijzonder en tegelijkertijd complex.
Vindt Robin het belangrijk daarvan iets via
de titel over te dragen? ‘Nee, dat probeer ik niet
te doen. Ik wil niet dat de titel duidend is. In veel
gevallen is de titel ontleend aan een nummer dat
ik tijdens het werkproces heb beluisterd. Dan
denk ik: die klank sluit wel goed aan bij het werk.
Het zegt verder niets over het werk of over de
bedoeling van het werk zelf. Dat geldt bijvoorbeeld
ook voor een titels als Hang in there. Ik
vond dat gewoon fijn klinken. Verder is het een
zakelijke beschrijving van het werk: het hangt
daar. Die titel duidt wil verder niets duidelijk maken
over het werk zelf.’


3D-tegels


Momenteel is Robin betrokken bij de integratie
van kunst in Jean Vilar, het theater van Louvainla-
Neuve. ‘Ik werk samen met grafisch ontwerpster
Eva Moulaert. Samen hebben we een serie
3D-tegels ontwikkeld die bestemd zijn voor grote
wanden en woorden vormen als ‘Bar’, ‘Accueil’,
‘Salle en bas’ met pijlen en zo. Het werkproces
verloopt heel anders dan wanneer ik in mijn
atelier een sculptuur maak. Op basis van ons
ontwerp worden de tegels nu vervaardigd door
Viúva Lamego, een bedrijf in Portugal. Ik ben
momenteel volop bezig met het begeleiden van
de uitvoering. Vooraf heb ik getwijfeld of ik dit
project wel moest doen, er zit uiteindelijk toch
een commerciële kant aan en daarin zag ik een
verloochening van mijn streven om zuiver kunst
te maken. Maar ik heb er geen spijt van. Het is
fijn om op deze manier samen te werken en biedt
me de gelegenheid nog weer een heel andere
kant van keramiek te leren kennen.’
 
Sander Hendriks
 



Terug